Wednesday 4 November 2015

Over kansen krijgen en kansen willen grijpen

Iedere ochtend begint hier op kantoor met ‘devotion’: alle aanwezigen gaan in een kring staan, ze klappen en zingen naar God. God is enorm hier, en ik kan dat ergens wel begrijpen. De overheid is corrupt, werkgevers zijn moeilijk te vinden, het schoolsysteem laat zwaar te wensen over. Je moet toch ergens op kunnen vertrouwen.

In het westen is het soms gemakkelijk om alles als maakbaar te beschouwen, maar hier realiseer ik me iedere dag dat de omstandigheden waarin je je bevindt en de kansen die je krijgt, buiten de menselijke macht liggen.

Dat merkte ik toen ik Kids Club-vrijwilliger Augustine hielp met zijn aanmelding voor een Amerikaanse beurs voor Afrikaanse jongeren. Zijn grootste professionele prestatie? Dat hij de middelbare school heeft afgemaakt. Niemand kon voor hem betalen, maar door als beveiliger te gaan werken, terwijl zijn jonge leeftijd dat eigenlijk nog niet toeliet, kon hij zelf het geld bij elkaar krijgen. Zoveel doorzettingsvermogen en kracht, en wat staat er op je cv? Middelbare school. Wij vinden het bij wijze van spreken al een afgang als je maar één bestuursfunctie tijdens je dubbele bachelor hebt gedaan. Wat nemen wij veel voor lief.

Dat betekent niet dat mensen niet zelf verantwoordelijk zijn voor de kansen die ze grijpen, de mogelijkheden die ze benutten. En ook dat is een probleem in Liberia, zoals ik eerder schreef. Veel jongeren gaan niet naar school, kiezen ervoor elke dag hun maaltje bij elkaar te schrapen.

Dat geldt niet voor iedereen, natuurlijk. Jonathan, Bukky’s inwonende vriend, liet me trots zijn certificaten en eervolle vermeldingen van de middelbare school zien, die hij bewaart tussen de bladzijden van een boek. Hij is geboren in een dorp in Bong County, waar nog aan hekserij werd gedaan en waar hij duivels zag dansen tot ze zo groot waren als huizen. Nu woont hij in Monrovia en probeert hij met een vriend een ngo op te zetten.

Hij houdt van Liberia, want het is hier vrij, zegt hij. Je kan gaan en staan waar je wil. Als ik hem wijs op het feit dat ik van Bukky altijd mijn tas stevig beet moet houden als we door bepaalde delen van Monrovia rijden met de deuren op slot, geeft hij toe dat er veel criminaliteit is. Volgens hem zijn het vaak de jongens die in de oorlog hebben gevochten. Als kind kregen ze een geweer in hun handen gedrukt, en konden ze alles krijgen. Nu weten ze geen andere manier om aan geld te komen.

Jonathan wil zo graag een goed leven voor zichzelf opbouwen dat hij zorgt dat hij niet omgaat met mensen van zijn leeftijd die maar wat over straat zwerven. Die houding is aanstekelijk, zegt hij, zoals roken. Toch is hij aardig tegen iedereen. ‘Want stel dat ik ze in de toekomst nodig heb, dan mogen ze niets slechts over me denken.’ Het liefst, als hij het geld bij elkaar krijg, zou hij in het buitenland studeren, en met een goed diploma terug naar Liberia komen om te werken.

Niet iedereen deelt die droom. De motivatie van de bakkerscursisten laat soms wat te wensen over. Afgelopen maandag zouden de examens beginnen, maar ze hadden alleen nog maar brood en banket geoefend, geen catering – rijstgerechten, vlees en salades, die zo ongeveer de helft van het curriculum uitmaken. Omdat deze producten niet verkoopbaar zijn, moesten de cursisten zelf geld aanleveren voor de aanschaf van materialen voor deze oefensessies, en dat hebben ze verzuimd. Bukky heeft ze er meermaals tevergeefs op gewezen.

Wanneer de cursisten op maandag arriveren in de veronderstelling het bananenbrood-examen af te leggen, staat ze een donderpreek van Bukky te wachten. Wij betalen jullie training, en jullie nemen het voor lief. De komende twee dagen leggen jullie geld bij elkaar en oefenen, desnoods tot ’s avonds laat. En anders kun je gaan.

De cursisten zijn erg onder de indruk, en een paar uur later staat iedereen de zelf gekochte uien te snijden, de rijst te koken en de kip te marineren. Een enkeling durft nog te vragen of ze echt geen vrij mogen donderdag (een feestdag, Thanksgiving) maar Bukky houdt voet bij stuk. Het resultaat mag er zijn: het kantoor begint heerlijk te ruiken en om vijf uur staan de roodgekleurde Jollof Rice, de Fried Rice en Fried Chicken klaar.

De zeepcursisten zijn vanaf het begin al gemotiveerd, en nemen hun eigen materialen voor de individuele toetsen mee. Sommigen reizen in het weekend ver buiten Monrovia om de producten te verkopen. De laatste week heb ik veel tijd besteed aan het fotograferen en filmen van het zeepmaakproces op verzoek van Tonia, en merk dat zij weer tegen andere zaken aanlopen. Het lokaal gefabriceerde stempelapparaat, dat ‘MF Soap’ op de zeepblokken drukt, duwt de zachte, recht gesneden blokken uit vorm. Daarnaast hebben ze geen goede verpakkingsmaterialen. Met een nette, rechte snede en aantrekkelijk omhulsel zouden ze de prijs van hun producten aanzienlijk omhoog kunnen gooien. Je betaalt nu nog geen vijftig cent voor een blok zeep of een zakje waspoeder, merkte ik toen ik ook maar tot aanschaf over besloot te gaan.


Voor de Women’s Club die eens per maand samenkomt om over een ‘vrouwenissue’ te praten waren cursisten van beide opleidingen gelukkig te motiveren. Dit keer ging het over gezondheid. Vroedvrouw Stella Subah komt vertellen over diabetes, hoge bloedruk en baarmoedercystes. Zo’n 25 vrouwen luisteren geïnteresseerd terwijl Mrs. Subah zo simpel mogelijk probeert uit te leggen wat de ziektes inhouden, hoe je ze kunt voorkomen en hoe je, als je het eenmaal hebt, ermee kunt leven.

Bij het vragenuurtje merk ik hoe belangrijk deze bijeenkomsten zijn. Iedereen vraagt honderduit, soms dingen waarvan wij ons niet kunnen voorstellen dat je je dat afvraagt. Of diabetes seksueel overdraagbaar is, bijvoorbeeld, en of meerdere vrouwen in de familie cystes kunnen hebben. Na afloop spoort Bukky ze aan het geleerde ook echt in de praktijk te brengen. ‘Dat is het verschil tussen het westen en ons: als ze daar iets leren, dan doen ze er wat mee.’
  

Het uitnodigen van mensen voor de lancering voor Mineke Foundation Liberia gaat de goede kant op. We krijgen positieve reacties, en de resident representative van het United Nations Population Fund (UNFPA) heeft ons aan veel namen en contactgegevens geholpen. Hij heeft het beste met Mineke Foundation voor, ik vermoed deels dankzij Bukky. Zij laat een goede indruk achter op mensen. Bukky is volhardend, als ze drie keer naar iemands kantoor moet komen voordat ze hem te spreken krijgt, dan doet ze dat. Ze weet precies wie wanneer het land uit is en wanneer ze het best kan bellen of mailen. Zo onthouden ze je wel.

Toch blijft de lancering op 8 december spannend. Ik heb de locatie gezien, hij is mooi licht en groot genoeg voor 150 mensen, maar je weet nooit wie er uiteindelijk echt komen. Zo begrepen we van de UNFPA-representative dat de minister van Gender, die toegezegd had te komen spreken, het land uit is op 8 december.

Het is niet alleen maar werk wat de klok slaat. Zo zijn we in het weekend naar het strand geweest, bij Kendeja Beach Resort. Naast heel lekker was dat ook heel vreemd: het was keurig aangeharkt, nergens vuil of modder, en er lagen meer witte mensen dan ik in de afgelopen weken bij elkaar heb gezien, behalve misschien in de dure supermarkt in Mamba Point. Stiekem heb ik even in zee gezwommen, hoewel hij daar eigenlijk te wild voor is. Ik kon het niet laten, maar ik ben in de branding gebleven en zorgde dat elke golf me richting de kust duwde. Ik heb de Atlantische Oceaan nog nooit zo warm meegemaakt.

Een bezoekje aan de kapper voor Bukky’s nieuwe nephaar was ook een avontuur – bijna geen enkele vrouw draagt haar haren natuurlijk, en de meest wilde creaties worden hier op hoofden geplakt, genaaid en gevlochten.

Ook hebben Bukky en Ayo me meegenomen naar een kennis van hen, die aan het begin van Dabwe Town woont. Onder het genot van een biertje spreken we over de waardeloze chauffeur die ze allemaal een maand in dienst hadden gehad, over general Butt Naked, een van de warlords die tijdens de oorlog naakt mensen vermoordde en nu als priester door het land trekt, en over Liberia. Een van de aanwezigen in ons gezelschap, Moses, luistert geïnteresseerd naar ons verhaal over Mineke Foundation, en steekt dan van wal.

Liberianen zijn niet Afrikaans en niet Amerikaans. Ze weten niet waar ze vandaan komen, en ze weten niet waar ze naartoe gaan. Er is geen richting, geen doel. Er is geen Liberiaanse identiteit.

Daarom kunnen onze trainingen alleen succesvol zijn als er ook aandacht uitgaat naar de toekomst, drukt Moses ons op het hart. Oké, je kunt zeep maken, je kunt brood bakken. En dan? De ‘mindset’ moet veranderen, mensen moeten willen leren investeren in hun toekomst.

Ik herken zijn verhaal deels, maar vind hem ook streng. Ook al gaat het soms met horten en stoten, er zijn echt mensen die willen werken. En al zijn het er maar een paar, als zij dankzij MF de middelen vinden om hun dromen te verwezenlijken, zijn we wat mij betreft geslaagd.

Laten we niet vergeten waar Liberia doorheen is gegaan. Zoals Mary het omschrijft: ‘Mensen waren hier al getraumatiseerd door de oorlog, en toen kwam ebola daar nog eens bovenop.’ Ze vertelt hoe het hele team langs de deuren ging om mensen te stimuleren hun handen te wassen en op hun eten te letten, maar het was moeilijk. ‘Probeer maar tegen een straatarm persoon die met moeite voedsel bij elkaar heeft weten te krijgen, te vertellen dat hij het vlees op zijn bord niet mag opeten.’

Bukky vertelt hoe bang ze soms was voor Daniel, die ontzettend sociaal is en door iedereen werd opgepakt en geknuffeld. Ze vertelt over Dabwe Wiah, die vanaf Waterside Market naar Dabwe Town moest lopen, omdat hij zweette en geen enkele taxi hem mee durfde te nemen vanwege besmettelijkheid. En over een bericht dat als grap op Facebook verscheen, dat je kon genezen van ebola door iedere nacht om 1 uur een kop zout te drinken. Het werd bloedserieus genomen, en meerdere mensen stierven aan het gevolg van een zoutoverschot. Dat waren Nigerianen die niet eens in de buurt van ebola-patiënten waren geweest.

Dat de ebola-angst nog niet helemaal weg is, merk je als je bedrijven of organisaties binnen wil lopen. Je moet altijd je handen wassen, en vaak wordt je temperatuur gemeten door een bewaker. Ook die van mij. Want, mompelde één van hen eens, ‘It’s the white people that are fixing it’.

No comments:

Post a Comment