In het westen is het
soms gemakkelijk om alles als maakbaar te beschouwen, maar hier
realiseer ik me iedere dag dat de omstandigheden waarin je je bevindt
en de kansen die je krijgt, buiten de menselijke macht liggen.
Dat merkte ik toen ik
Kids Club-vrijwilliger Augustine hielp met zijn aanmelding voor een
Amerikaanse beurs voor Afrikaanse jongeren. Zijn grootste
professionele prestatie? Dat hij de middelbare school heeft
afgemaakt. Niemand kon voor hem betalen, maar door als beveiliger te
gaan werken, terwijl zijn jonge leeftijd dat eigenlijk nog niet
toeliet, kon hij zelf het geld bij elkaar krijgen. Zoveel
doorzettingsvermogen en kracht, en wat staat er op je cv? Middelbare
school. Wij vinden het bij wijze van spreken al een afgang als je
maar één bestuursfunctie tijdens je dubbele bachelor hebt gedaan.
Wat nemen wij veel voor lief.
Dat betekent niet dat
mensen niet zelf verantwoordelijk zijn voor de kansen die ze grijpen,
de mogelijkheden die ze benutten. En ook dat is een probleem in
Liberia, zoals ik eerder schreef. Veel jongeren gaan niet naar
school, kiezen ervoor elke dag hun maaltje bij elkaar te schrapen.
Dat geldt niet voor
iedereen, natuurlijk. Jonathan, Bukky’s inwonende vriend, liet me
trots zijn certificaten en eervolle vermeldingen van de middelbare
school zien, die hij bewaart tussen de bladzijden van een boek. Hij
is geboren in een dorp in Bong County, waar nog aan hekserij werd
gedaan en waar hij duivels zag dansen tot ze zo groot waren als
huizen. Nu woont hij in Monrovia en probeert hij met een vriend een
ngo op te zetten.
Hij houdt van Liberia,
want het is hier vrij, zegt hij. Je kan gaan en staan waar je wil.
Als ik hem wijs op het feit dat ik van Bukky altijd mijn tas stevig
beet moet houden als we door bepaalde delen van Monrovia rijden met
de deuren op slot, geeft hij toe dat er veel criminaliteit is.
Volgens hem zijn het vaak de jongens die in de oorlog hebben
gevochten. Als kind kregen ze een geweer in hun handen gedrukt, en
konden ze alles krijgen. Nu weten ze geen andere manier om aan geld
te komen.
Jonathan wil zo graag
een goed leven voor zichzelf opbouwen dat hij zorgt dat hij niet
omgaat met mensen van zijn leeftijd die maar wat over straat zwerven.
Die houding is aanstekelijk, zegt hij, zoals roken. Toch is hij
aardig tegen iedereen. ‘Want stel dat ik ze in de toekomst nodig
heb, dan mogen ze niets slechts over me denken.’ Het liefst, als
hij het geld bij elkaar krijg, zou hij in het buitenland studeren, en
met een goed diploma terug naar Liberia komen om te werken.
Niet iedereen deelt die
droom. De motivatie van de bakkerscursisten laat soms wat te wensen
over. Afgelopen maandag zouden de examens beginnen, maar ze hadden
alleen nog maar brood en banket geoefend, geen catering –
rijstgerechten, vlees en salades, die zo ongeveer de helft van het
curriculum uitmaken. Omdat deze producten niet verkoopbaar zijn,
moesten de cursisten zelf geld aanleveren voor de aanschaf van
materialen voor deze oefensessies,
en dat hebben ze verzuimd. Bukky heeft ze er meermaals tevergeefs op
gewezen.
De cursisten zijn erg
onder de indruk, en een paar uur later staat iedereen de zelf
gekochte uien te snijden, de rijst te koken en de kip te marineren.
Een enkeling durft nog te vragen of ze echt geen vrij mogen donderdag
(een feestdag, Thanksgiving) maar Bukky houdt voet bij stuk. Het
resultaat mag er zijn: het kantoor begint heerlijk te ruiken en om
vijf uur staan de roodgekleurde Jollof Rice, de Fried Rice en Fried
Chicken klaar.
Voor de Women’s Club
die eens per maand samenkomt om over een ‘vrouwenissue’ te praten
waren cursisten van beide opleidingen gelukkig te motiveren. Dit keer
ging het over gezondheid. Vroedvrouw Stella Subah komt vertellen over
diabetes, hoge bloedruk en baarmoedercystes. Zo’n 25 vrouwen
luisteren geïnteresseerd terwijl Mrs. Subah zo simpel mogelijk
probeert uit te leggen wat de ziektes inhouden, hoe je ze kunt
voorkomen en hoe je, als je het eenmaal hebt, ermee kunt leven.
Bij het vragenuurtje
merk ik hoe belangrijk deze bijeenkomsten zijn. Iedereen vraagt
honderduit, soms dingen waarvan wij ons niet kunnen voorstellen dat
je je dat afvraagt. Of diabetes seksueel overdraagbaar is,
bijvoorbeeld, en of meerdere vrouwen in de familie cystes kunnen
hebben. Na afloop spoort Bukky ze aan het geleerde ook echt in de
praktijk te brengen. ‘Dat is het verschil tussen het westen en ons:
als ze daar iets leren, dan doen ze er wat mee.’
Het uitnodigen van
mensen voor de lancering voor Mineke Foundation Liberia gaat de goede
kant op. We krijgen positieve reacties, en de resident representative
van het United Nations Population Fund (UNFPA) heeft ons aan veel
namen en contactgegevens geholpen. Hij heeft het beste met Mineke
Foundation voor, ik vermoed deels dankzij Bukky. Zij laat een goede
indruk achter op mensen. Bukky is volhardend, als ze drie keer naar
iemands kantoor moet komen voordat ze hem te spreken krijgt, dan doet
ze dat. Ze weet precies wie wanneer het land uit is en wanneer ze het
best kan bellen of mailen. Zo onthouden ze je wel.
Toch
blijft de lancering op 8 december spannend. Ik heb de locatie gezien,
hij is mooi licht en groot genoeg voor 150 mensen, maar je weet nooit
wie er uiteindelijk echt komen. Zo begrepen we van de
UNFPA-representative dat de minister van Gender, die toegezegd had te
komen spreken, het land uit is op 8 december.
Het is niet alleen maar
werk wat de klok slaat. Zo zijn we in het weekend naar het strand
geweest, bij Kendeja Beach Resort. Naast heel lekker was dat ook heel
vreemd: het was keurig aangeharkt, nergens vuil of modder, en er
lagen meer witte mensen dan ik in de afgelopen weken bij elkaar heb
gezien, behalve misschien in de dure supermarkt in Mamba Point.
Stiekem heb ik even in zee gezwommen, hoewel hij daar eigenlijk te
wild voor is. Ik kon het niet laten, maar ik ben in de branding
gebleven en zorgde dat elke golf me richting de kust duwde. Ik heb de
Atlantische Oceaan nog nooit zo warm meegemaakt.
Een bezoekje aan de
kapper voor Bukky’s nieuwe nephaar was ook een avontuur – bijna
geen enkele vrouw draagt haar haren natuurlijk, en de meest wilde
creaties worden hier op hoofden geplakt, genaaid en gevlochten.
Ook hebben Bukky en Ayo
me meegenomen naar een kennis van hen, die aan het begin van Dabwe
Town woont. Onder het genot van een biertje spreken we over de
waardeloze chauffeur die ze allemaal een maand in dienst hadden
gehad, over general Butt Naked, een van de warlords die tijdens de
oorlog naakt mensen vermoordde en nu als priester door het land
trekt, en over Liberia. Een van de aanwezigen in ons gezelschap,
Moses, luistert geïnteresseerd naar ons verhaal over Mineke
Foundation, en steekt dan van wal.
Liberianen zijn niet
Afrikaans en niet Amerikaans. Ze weten niet waar ze vandaan komen, en
ze weten niet waar ze naartoe gaan. Er is geen richting, geen doel.
Er is geen Liberiaanse identiteit.
Daarom kunnen onze
trainingen alleen succesvol zijn als er ook aandacht uitgaat naar de
toekomst, drukt Moses ons op het hart. Oké, je kunt zeep maken, je
kunt brood bakken. En dan? De ‘mindset’ moet veranderen, mensen
moeten willen leren investeren in hun toekomst.
Ik herken zijn verhaal
deels, maar vind hem ook streng. Ook al gaat het soms met horten en
stoten, er zijn echt mensen die willen werken. En al zijn het er maar
een paar, als zij dankzij MF de middelen vinden om hun dromen te
verwezenlijken, zijn we wat mij betreft geslaagd.
Laten we niet vergeten
waar Liberia doorheen is gegaan. Zoals Mary het omschrijft: ‘Mensen
waren hier al getraumatiseerd door de oorlog, en toen kwam ebola daar
nog eens bovenop.’ Ze vertelt hoe het hele team langs de deuren
ging om mensen te stimuleren hun handen te wassen en op hun eten te
letten, maar het was moeilijk. ‘Probeer maar tegen een straatarm
persoon die met moeite voedsel bij elkaar heeft weten te krijgen, te
vertellen dat hij het vlees op zijn bord niet mag opeten.’
Bukky vertelt hoe bang
ze soms was voor Daniel, die ontzettend sociaal is en door iedereen
werd opgepakt en geknuffeld. Ze vertelt over Dabwe Wiah, die vanaf
Waterside Market naar Dabwe Town moest lopen, omdat hij zweette en
geen enkele taxi hem mee durfde te nemen vanwege besmettelijkheid. En
over een bericht dat als grap op Facebook verscheen, dat je kon
genezen van ebola door iedere nacht om 1 uur een kop zout te drinken.
Het werd bloedserieus genomen, en meerdere mensen stierven aan het
gevolg van een zoutoverschot. Dat waren Nigerianen die niet eens in
de buurt van ebola-patiënten waren geweest.
Dat de ebola-angst nog
niet helemaal weg is, merk je als je bedrijven of organisaties binnen
wil lopen. Je moet altijd je handen wassen, en vaak wordt je
temperatuur gemeten door een bewaker. Ook die van mij. Want, mompelde één van hen eens, ‘It’s the white people that are fixing it’.
No comments:
Post a Comment