The love of liberty
brought us here: het motto van Liberia, het land dat door vrije
Amerikaanse slaven gesticht werd. But the lack of money kept us here,
luidt de cynische aanvulling die hier soms op volgt. Hoe meer de
cursisten aan mijn aanwezigheid wennen, hoe vaker de vragen komen: je
gaat me geld sturen, toch? Ik mag die broek hebben als je weggaat hè?
Koop je een graduation-jurk voor me? Nodig je me binnenkort in
Nederland uit?
Het is lastig om op
zulke vragen antwoord op te geven. Want om te zeggen dat ik geen geld
heb is natuurlijk belachelijk – ik ben rijk vergeleken met hen.
Maar om in Nederland te leven heb ik dat geld nodig, en ook ik moet
daarvoor werken. Ik kan ze niet allemaal een jurk geven, en bovendien
helpt dat ze ook precies geen steek verder.
En het is niet alleen
het gebrek aan geld dat problemen oplevert. Volgende week gaan Roos
en ik over huishuidboekjes praten met de Women’s Club. Omdat onze
maandelijkse uitgaven er zo ontzettend anders uit zien dan die van
hen, heb ik hen gevraagd wat ze van ons denken te kunnen leren. Hoe
we ons geld kunnen managen, was het antwoord. Want als een vrouw hier
7 dollar op een dag verdient, maakt ze dat op. Ook als ze maar 5
dollar nodig heeft voor haar dagelijkse boodschappen.
Sparen,
langetermijndenken, het zijn allemaal ongebruikelijke concepten. Niet
zo gek ook, als je geen vaste maandinkomsten hebt maar per dag moet
bekijken wat je binnenhaalt. Dus zullen Roos en ik ons idee van een
huishoudboekje moeten bijstellen om deze vrouwen te kunnen helpen met
hun planning. Maar er is tenminste één universele eigenschap van
geld: of je nou vijftig of vijf euro per dag te besteden hebt, je
kunt het niet meer dan eens uitgeven.
Het is niet de enige
situatie waarin mijn liefde voor planningen en schema’s botst met
de Liberiaanse ad hoc-houding. November staat in het teken van de
examens van de bakkerscursisten. Bij examens horen examenschema’s,
maar ik denk dat ik wel een stuk of tien mailtjes naar Tonia heb
gestuurd met in de onderwerpbalk ‘New exam schedule’. Gewijzigde
volgordes, data of combinaties van gerechten, alles is de revue
gepasseerd.
Daar komt nog bij dat
de eerste examendagen zelf ook niet bepaald volgens een vast stramien
verliepen. Vanwege het bescheiden formaat van de keuken is de groep
in drieën gedeeld, en moet in groepsverband worden beoordeeld –
meestal door mij, soms geassisteerd door Mary. Maar iedereen liep
door elkaar, enkelen kwamen te laat, sommige groepsleden
infiltreerden in andere groepen of pakten vast ingrediënten,
waardoor de andere groep niets meer had.
Maar na een paar dagen
met hoofdpijn thuis te zijn gekomen begonnen de schema’s toch hun
werk te doen. Dat ik inmiddels alle cursisten ken, alsmede de groep
waarin ze zitten, helpt ook: ik weet precies wanneer iemand niet in
de keuken hoort te zijn. Uiteindelijk lijken alle examenonderdelen
dan ook naar behoren te worden afgerond. Maar de rust hangt aan een
zijden draadje, en als ik of Bukky er niet zijn, breekt de chaos zo
weer uit.
Daar hebben we het ook
met de trainers over tijdens de maandelijkse trainer’s meeting. Ze
ondervinden moeite met het uitoefenen van overwicht. Ze hebben niet
genoeg afstand tot de trainees, deels vanwege de community-banden,
maar ook omdat ze vanaf het begin die relatie niet goed hebben
neergezet. Daardoor is het altijd rommelig, lawaaiig en voor
nieuwkomers als ik onduidelijk wie precies de trainer is en de
trainee.
Wanneer de trainers
opmerken dat Bukky’s woorden veel meer indruk maken dan die van
hen, leggen we uit dat zij die afstand wel weet te bewaren. Ze is een
ander persoon op werk dan thuis. De trainers gaan te amicaal met de
trainees om, en gaan mee in hun emoties als er iets mis is. Daar
moeten ze boven leren te staan.
We spreken af dat we
hier bij de volgende lading cursisten mee gaan beginnen. Daar kan de
teacher’s manual, waar ik mee ben begonnen, ook bij helpen. Dat is
ook belangrijk voor het curriculum: nu kwamen er halverwege de cursus
steeds nieuwe recepten bij, waardoor het managen van tijd onmogelijk
werd. Hoe ver ik kom met de manual en het curriculum weet ik niet.
Communicatieproblemen met de trainers zijn aan de orde van de dag,
dus erg snel kan ik niet werken.
Hoewel er teruglezend
misschien het een en ander te zeuren valt over de trainers en de
examens zijn de resultaten over het algemeen uitstekend. Ik denk dat
ik de afgelopen week een kilo lichaamsgewicht heb vergaard dankzij
onder meer bananenbrood, cassavebrood, kaneelbroodjes en mijn
persoonlijke favoriet: pawpaw-pie. Ook ben ik aangenaam verrast door
een paar cursisten die examens hadden gemist en op eigen initiatief
besloten in te halen.
Het is gemakkelijk om
in kritiek te vervallen als je ergens wat langer in zit, maar hoog
bezoek vanuit Nederland wees me er ook weer op wat voor moois MF hier
heeft neergezet. MF-vrijwilliger Rosemary, haar ouders Jannie en
Stanley en haar vriend Daan kwamen langs om het kantoor te bekijken.
Ze waren erg onder de indruk, en dat ben ik eigenlijk ook nog steeds.
Er lopen ondertussen mooi wel tientallen vrouwen door Monrovia met
stukken MF-zeep, cakes en broden in de verkoop.
De familie ontmoette
ook Tonia’s vader, die het Nederlandse bezoek wederom zeer op prijs
stelt, hoewel het ook confronterend voor hem is: omdat Stanley
Liberiaans-Nederlands is en Jannie Nederlands, trekt hij meteen de vergelijking
met zijn eigen gezin. Een gezin dat hij in de oorlog kwijt is
geraakt.
Als hij over Mineke
praat, is het net alsof hij het over gisteren heeft. Volgens Mary
geldt dat voor veel mensen die iemand zijn verloren tijdens de
oorlog. De straffeloosheid maakt dat men moet leven met de gedachte
dat degene die jou of je familie pijn heeft gedaan, nog steeds vrij
rondloopt. Dat je hem zomaar tegen kan komen. Diezelfde
straffeloosheid maakt het moeilijk om de oorlog los te laten of af te
sluiten.
Tegelijkertijd lijken
ook bepaalde aspecten van die oorlog in de vergetelheid te worden
gedrukt. Ik weet nog hoe ik schrok toen onze 20-jarige chauffeur
Andrew (die inmiddels ontslagen is omdat hij Ayo’s auto stiekem als
taxi gebruikte) over Charles Taylor zei: ik hoop dat mijn president
vrij komt. Toen ik hier later over doorvroeg aan Jonathan, zei hij
dat Taylor nog steeds populair is. Puur vanuit een economische
gedachte: toen hij de baas was, was de rijst goedkoop. En hij is dan
wel veroordeeld, dat was voor zijn acties in Sierra Leone, niet voor
wat hier is gebeurd. Als Charles Taylor zich volgend jaar verkiesbaar
zou stellen, zegt Jonathan, zou hij winnen. ‘He killed my ma, he
killed my pa, but I will vote for him’, was ook de veelgehoorde
kreet tijdens zijn campagne na de eerste burgeroorlog in 1997. En hij
won. Love of liberty, maar lack of money.
Gelukkig is een
herhaling van dit scenario niet realistisch voor een man die voor de
rest van zijn leven achter de tralies zit. Wie president Ellen
Johnson Sirleaf wel gaat opvolgen, weet ik niet. Ik weet alleen dat
half Monrovia hoopt dat alle projecten die ze gestart heeft dit jaar
nog afkomen. Anders blijft al het werk liggen terwijl de nieuwe
president zijn eigen projecten start, zegt men. Zo kom je natuurlijk
nooit vooruit.
Ook dankzij ons
Nederlandse bezoek heb ik de afgelopen weekenden een ongelooflijke
luxe mogen ervaren: een warme douche, heerlijke koffie, een
fantastische sushi-maaltijd in Mamba Point Hotel en toeristische
uitstapjes. Naar onder andere Firestone, de grootste rubberplantage
ter wereld, en het Ducor Hotel, het eerste – en meest luxe - hotel
in Monrovia waarvan sinds de oorlog slechts nog een ruïne over is,
maar waarvandaan je een prachtig uitzicht over de stad hebt. Het
hotelgeraamte ademt vergane glorie, de vervallen liftschachten en het
mossige zwembad herinneren aan de hoogtijdagen.
No comments:
Post a Comment